Afpakken gebeurt zomaar. Teruggeven? Ho maar!
Voor de gemiddelde smartphonegebruiker is het een behoorlijke uitdaging dat ding eens een uur niet aan te raken. We regelen er ons hele leven mee: alle contactgegevens staan erin opgeslagen, communicatie via bellen en whatsapp, privé en werkgerelateerde e-mail, nieuwsgaring, agenda’s, routeplanning, sociale media, bankzaken, muziek, video- en foto, you name it. Een uur geen smartphone is een kriem. Wat te denken van een inbeslagname waarbij het niet ongebruikelijk is dat de (abonnements)smartphone 6 tot 8 weken weg is!
Wat gebeurt er eigenlijk met de smartphone na inbeslagname door de politie? En waarom duurt het zo lang vanaf het moment van inbeslagname tot aan de teruggave ervan? In deze blog een beschrijving van de procedures, valkuilen en mogelijkheden op het gebied van (het spoedig terugkrijgen van) de inbeslaggenomen smartphone.
Praktisch ongemak
Een inbeslaggenomen jas of trainingspak dat voor de waarheidsvinding moet worden bewaard levert geen al te grote inbreuk op het eigendomsrecht op en het praktisch ongemak van inbeslagname is relatief gering. Kwestie van een andere jas of de reservetrainingsbroek aantrekken. Dat ligt anders voor de inbeslaggenomen smartphone. Deze is niet makkelijk te vervangen, al is het maar omdat we er geen twee stuks van bezitten en de meesten geen reserve-exemplaar kunnen bekostigen, nog daargelaten dat niet iedereen zomaar een reservekopie uit de Cloud kan trekken om het – hopelijk tijdelijke – verlies van eigendom met zo min mogelijk ongemak door te komen. Inbeslagname van de smartphone levert een vergaande inbreuk van het eigendomsrecht op en kan de verdachte behoorlijke praktische problemen bezorgen als het apparaat van het ene op het andere moment wordt afgenomen. Dat lijken betrokken instanties (politie en justitie) zich onvoldoende te realiseren.
Tijdsgebrek bij de digitale recherche
Helaas is de smartphone een geliefd voorwerp voor inbeslagname, omdat de telefoon doorgaans een schat aan informatie bevat. En een wettelijke basis voor inbeslagname is al gauw gevonden: het zeer algemene artikel 94 lid 1 Sv[1] biedt bijna altijd uitkomst. Wat gebeurt er met die smartphone na inbeslagname?
Allereerst gaat er veel tijd overheen als gevolg van bureaucratie: de telefoon moet vanaf het politiebureau naar de digitale recherche, er moet een duidelijke zoekopdracht aan de digitale recherche worden gegeven, een digitaal rechercheur moet de tijd vinden om het daadwerkelijke onderzoek uit te voeren en van de onderzoeksresultaten een proces-verbaal opmaken dat hij aan het dossier toevoegt. Vervolgens moet formeel de beslissing worden genomen tot teruggave van de telefoon aan de verdachte, waarna een brief naar betrokkene wordt gestuurd dat deze de telefoon kan ophalen. Al deze ‘schijven’ kosten tijd, en bij elke gelegenheid kan vertraging worden opgelopen.
De meest vertragende factor? Capaciteitsgebrek bij de digitale recherche. Een telefoon kan met gemak een aantal weken bij de digitale recherche liggen in afwachting van een digitaal rechercheur met een gaatje in de agenda. Het daadwerkelijke onderzoek inclusief opstellen en toezenden van het proces-verbaal wordt doorgaans binnen een dag verricht. In de praktijk blijkt het overigens met enige regelmaat voor te komen dat de politie een telefoon in beslag heeft genomen, maar er uiteindelijk geen onderzoek wordt verricht als gevolg van het capaciteitsgebrek. Ook komt het voor dat men bij nader inzien wel voldoende bewijs vergaard denkt te hebben voor het feit waarvan betrokkene verdacht wordt. Met andere woorden: inbeslagname werd aanvankelijk opportuun bevonden, maar bij nader inzien toch niet zo nodig. Jammer genoeg heeft de verdachte gedurende al die tijd geen beschikking over zijn telefoon gehad.
Gebrek aan regelgeving
Inbeslagname van de smartphone is een ingrijpend middel. De betrokkene is nog slechts verdachte, en toch wordt hem de beschikking over zijn eigendommen tijdelijk/langdurig ontnomen. Reden waarom de bevoegdheid van inbeslagname met goede waarborgen moet worden omkleed, zou je denken. De Aanwijzing Inbeslagneming bevat echter geen duidelijke regelgeving die ziet op de duur en de afhandelingssnelheid van in beslag genomen goederen door politie en justitie. De Aanwijzing stelt: “Beslag wordt zo spoedig mogelijk afgewikkeld.” Een nogal rekbaar begrip waar bovendien geen enkele prikkeling vanuitgaat op het moment dat er géén spoedige afwikkeling plaatsvindt. De balans tussen de belangen van de strafvordering en die van de beslagene lijkt wat dat betreft zoek.
De beslissing tot teruggave moet door de officier van justitie worden genomen. Deze kijkt vaak pas in een laat stadium – als de zitting eraan komt en er al maanden overheen gegaan zijn – ‘of er nog ergens beslag op ligt en zo ja of dat terug kan’. Een praktijk die op zichzelf al niet lijkt te voldoen aan de stelregel dat het beslag zo spoedig mogelijk moet worden afgewikkeld. Een tussentijds verzoek om teruggave bij OM en politie wordt nagenoeg steevast beantwoord met de toverwoorden dat het onderzoek nog loopt en er nog een strafvorderlijk belang bestaat bij voortduring van het beslag, terwijl het zoals hierboven beschreven vaak om simpel en kortdurend onderzoek aan de smartphone gaat.
Een klaagschrift (art. 552a Sv) indienen bij de rechtbank over de weigering door het OM tot teruggave van de smartphone? In de praktijk duurt het circa 8 weken voordat de rechtbank het verzoek behandelt. Zo lang wilden we juist niet wachten! De klaagschrift procedure is dus een wassen neus. Bovendien toetst de rechter maar marginaal, dus het OM komt vaak weg met de algemene toverformule dat ‘het onderzoek nog loopt en er nog een strafvorderlijk belang bestaat bij voortduring van het beslag’. Zodoende heeft de verdachte geen efficiënte rechtsingang voor het terugvragen van zijn inbeslaggenomen telefoon.
De juiste ingang
Klinkt allemaal niet echt hoopgevend voor de verdachte? Dat klopt. Maar met de juiste ingangen bij politie en justitie en met gebruik van de juiste toon is het toch best mogelijk om gemotiveerd aan te geven waarom (voortduring van) inbeslagname niet zinvol is en de smartphone teruggegeven moet worden. Voor de verdachte zelf is dit een welhaast onmogelijke opgave, nu hij niet weet wie te bellen, op welk telefoonnummer en het justitieel apparaat voor verdachten een zo mogelijk nog groter rookgordijn optrekt dan voor de advocatuur. En niet in de laatste plaats omdat hij bij gebrek aan telefoon de belletjes zelf niet kan plegen… Tot die tijd is het hopen dat de advocaat de juiste ingangen bij politie en justitie heeft.
[1] “Art 94 Sv: Lid 1.Vatbaar voor inbeslagneming zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, aan te tonen.”
Terug naar overzicht