Wilt u uw zakken even leegmaken….?

Met enige regelmaat krijgt ons kantoor vragen over de rechtmatigheid van fouilleren. Want het is iedereen wel eens overkomen; of je nou door een veiligheidscontrole op Schiphol moet voor je welverdiende (of niet verdiende) vakantie en daarbij ongewenst betast wordt door een beveiligingsmedewerker of als je als inbreker aan het werk net je breekijzer achter een auto hebt gegooid maar toch tegen Oom Agent aanloopt. Ook op weg naar een concert van je favoriete zanger loop je vaak tegen een fouillering aan. Fouilleren is bijna alledaags geworden, hoewel de impact en de gevolgen daarvan groot kunnen zijn. Het is dan ook voor iedereen belangrijk om te weten wanneer en door wie je gefouilleerd kan en mag worden. Een overzicht in vogelvlucht.

Fouilleren in het kader van de opsporing

In het kader van de opsporing van strafbare feiten mag een aangehouden verdachte aan zijn kleding en lichaam worden onderzocht. De enige uitzondering hierop is de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. Voor een fouillering op basis van deze verdenkingen hoeft iemand niet eerst aangehouden te zijn.

Het onderzoek aan de kleding betreft ook het doorzoeken van zakken of de voering van een jas en mag elke opsporingsambtenaar doen bij een aangehouden verdachte tegen wie een ernstige verdenking is en waarbij het fouilleren in het belang van het onderzoek is. Denk hierbij aan die wegrennende inbreker die wordt aangehouden of een op heterdaad betrapte winkeldief. De aangehouden verdachte kan zelfs worden verzocht om kleding uit te trekken, bijvoorbeeld om van een trui de zakken of capuchon te doorzoeken. Maar let op, als dat verregaande onderzoek aan de kleding inhoudt dat iemand vervolgens bijna naakt komt te staan, is daarvoor wel een bevel van de officier van justitie nodig!

Een vaak gehoord misverstand is dat tot het onderzoek aan de kleding ook het doorzoeken van een tas behoort. Dit is niet zo. Het doorzoeken van een tas (zonder daartoe toestemming te geven!) valt niet onder de algemene fouilleringsbevoegdheid van een opsporingsambtenaar, hiervoor gelden andere regels.

Een stapje verder, het onderzoeken van het lichaam zelf mag alleen op bevel van de rechter of (hulp)officier van justitie en in een besloten plaats gebeuren. Denk hierbij aan het openen van de mond, het inspecteren van de neusholte en oren. Dit onderzoek aan het lichaam hoeft overigens niet alleen maar gericht te zijn op het aantreffen van voorwerpen zoals bijvoorbeeld drugs, maar kan ook gericht zijn op onderzoek naar specifieke lichaamskenmerken zoals tatoeages, piercings of verwondingen.

Alsof het schouwen van het blote bovenlichaam nog niet genoeg is, kent de wet ook de mogelijkheid van het onderzoeken van het onderlichaam. Dit betreft niet alleen het uitwendig bekijken van alle openingen in het onderlichaam, maar ook inwendig onderzoek. Het spreekt voor zich dat dit onderzoek alleen gedaan mag worden op bevel van een rechter of officier van justitie en slechts uitgevoerd mag worden door een arts.

Fouillering ter vaststelling van de identiteit

Een minder ingrijpende fouillering, maar wel meer gebruikte en voorkomende fouillering, is een fouillering ter vaststelling van de identiteit van een staande of aangehouden verdachte. Het doel van deze fouillering is geen inbeslagneming, maar slechts het vaststellen van iemands identiteit. Elke opsporingsambtenaar mag dit doen, maar als hij dit doet in de openbaarheid moet hij hier wel een proces-verbaal van opmaken. Denk hierbij aan het volgende voorval: iemand wordt staande gehouden en weigert een identiteitsbewijs te tonen. De betreffende opsporingsambtenaar mag dan die persoon ter plekke fouilleren om te zoeken naar iets waaruit de identiteit blijkt. Hij zal van deze fouillering dan wel een proces-verbaal moeten opmaken. Dit is anders indien iemand is aangehouden en op het politiebureau wordt gefouilleerd om zijn identiteit vast te stellen.

Veiligheidsfouillering

Is de nood hoog en is er sprake van een (onmiddellijk) dreigend gevaar, er is bijvoorbeeld sprake van een verward persoon die grote bedreigingen uit, dan mogen alle (bijzondere) opsporingsambtenaren op basis van de Politiewet iemand fouilleren ter afwending van onmiddellijk gevaar. Dit onderzoek door de opsporingsambtenaren mag niet alleen de kleding betreffen maar ook spullen die iemand bij zich draagt zoals een tas! Voor nader onderzoek aan het lichaam, moet er wel een (hulp)officier van justitie bij worden gehaald. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er een vermoeden is van drugs of pillen in of aan het lichaam. Dit onderzoek aan het lichaam mag dan wel ter plaatse door de (hulp)officier van justitie gedaan worden omdat de drugs dan een gevaar kunnen opleveren voor iemand die bijvoorbeeld vervolgens vervoerd wordt.

De vraag blijft dan natuurlijk wel wat precies onder die algemene veiligheidsfouillering valt. Wanneer is er dan sprake van gevaar? De ervaring is dat dit al snel kan worden aangenomen en dat deze bevoegdheid erg ruim is. Immers het overbrengen van een persoon naar het politiebureau of ziekenhuis kan al reden zijn om te fouilleren, want eventueel meegevoerde wapens of drugs kunnen een gevaar opleveren. Dit mag dan ook, ook al gaat er niet een onmiddellijke dreiging van deze persoon uit. Het gaat dus niet alleen om gevaar dat al bestaat ten aanzien van een persoon, maar ook om gevaar dat kan ontstaan bij het vervoeren van een persoon. De wet vereist niet eens dat dit gevaar aangetoond moet worden. In de praktijk komt het er op neer dat een ieder die de politie vervoert, gefouilleerd zal worden op basis van deze ruime bevoegdheid.

Insluitingsfouillering

En wat is dan het verschil met insluitingsfouillering? Veiligheidsfouillering mag dus overal als er sprake is van dreigend gevaar, insluitingfouillering vindt plaats op het politiebureau voordat iemand in een cel wordt geplaatst. Dit onderzoek mag nooit verder gaan dan het oppervlakkig onderzoeken en aftasten van kleding en meegebrachte spullen. Eventueel onderzoek aan het lichaam bij insluiting mag alleen plaatsvinden met toestemming van de officier van justitie.

Vrijwillige fouillering

Tenslotte bestaat er ook nog de vrijwillige fouillering zoals wij die kennen bij bijvoorbeeld concerten en evenementen. Het uitgangspunt is dat aan alle vereisten die gelden voor kledingonderzoek niet hoeft te worden voldaan als de betrokkene daar toestemming voor geeft. Zo geldt een vrijwillige fouillering vaak als voorwaarde om een voetbalwedstrijd of popconcert te bezoeken. Deze toestemming moet overigens wel bewust en vrijwillig worden gegeven.

Fouilleren gebeurt ons allemaal wel eens en is een bijna alledaagse gebeurtenis in onze maatschappij, ondanks dat het door iedereen die het overkomt toch als een inbreuk op de lichamelijke integriteit wordt ervaren. De wetgever heeft juist om die reden het fouilleren aan strenge wettelijke vereisten gebonden en het is onze taak om op de naleving daarvan toe te zien. Niet alleen als advocaat, bijvoorbeeld achteraf bij het bestuderen van het dossier, maar ook als burger als het je overkomt. Geef niet zomaar toestemming aan een ieder die je zakken wil doorzoeken of je tas onderste boven wil kieperen. Vraag aan een opsporingsambtenaar waarom hij je jas wil doorzoeken, waar hij naar op zoek is en wat het precieze doel van de fouillering is. Zorg in ieder geval dat je eerst een antwoord hebt op al deze vragen voordat je toestemming geeft! Want door die toestemming wordt het fouilleren een vrijwillige fouillering en kan je daar achteraf weinig meer aan doen. Die vrijwilligheid houdt ook in dat het toestemmen met fouilleren zeker niet mag worden gevraagd onder dreiging met een aanhouding of de mededeling dat het anders toch wel gaat gebeuren. Maak dus niet zo maar uw zakken leeg als iemand u daarom vraagt!

 

Fill 2 Created with Sketch. Terug naar overzicht