Omdat het ertoe doet
Ik sta een vrouw bij die verdacht wordt van een poging doodslag op haar zoontje van 4, op 22 mei 2016. Zij is een gevluchte vrouw uit Oeganda, met bijbehorende trauma’s en psychische problematiek. Na een gestrande relatie met de vader van haar zoon is ze dakloos en heeft ook geen zicht op een verblijfsvergunning. Ze is moe gestreden. De uitzichtloosheid brengt haar ertoe zelfmoord te plegen door rattengif in te nemen. Ze wordt ervan verdacht dit ook haar zoontje te hebben toegediend. Ze worden beide acuut ernstig ziek en godzijdank belt ze op tijd de ambulance en hebben beide het overleefd.
Haar zoon wordt uit huis geplaatst. Cliënte zit enkele maanden vast, maar begin 2017 wordt haar voorlopige hechtenis geschorst door de rechtbank. Tijdens haar schorsing raakt ze opnieuw zwanger van een tweeling. Hoogzwanger gaat ze naar de inhoudelijke behandeling en twee weken later naar de uitspraak. De rechtbank legt haar 4 jaar gevangenisstraf op en zet haar gelijk weer vast. Mijn collega die de zaak deed is daar zo ziek van dat hij de zaak aan mij overdraagt.
Ik bezoek haar de dag na de uitspraak in de gevangenis en tref een gebroken vrouw aan. Ze is er slecht aan toe. Een paar dagen later bevalt ze in detentie van een gezonde tweeling. Ook deze kinderen worden uit huis geplaatst. Dit is een vrouw waar ik voor wil vechten en dat doe ik. Verschillende keren vraag ik het hof haar vrij te laten en twee maanden later schorst het hof de voorlopige hechtenis, ondanks het vonnis van 4 jaar. In november 2017 komt zij vrij. In de anderhalf jaar die daarop volgt maakt ze een enorme ontwikkeling door. Ze volgt een intensieve behandeling bij de Waag, ze vindt een baan, krijgt een eigen woning én een verblijfsvergunning. Ondanks de donkere wolk die nog boven haar hoofd hangt, lijkt de wereld haar weer enigszins toe te lachen. Ze ziet alle drie haar kinderen 1 keer per week en bloeit zichtbaar op. Ze heeft weer hoop en hoop doet leven.
Alle deskundigen die in hoger beroep opnieuw over haar rapporteren zijn het met elkaar eens: de kans op herhaling is moeilijk in te schatten, maar lijkt aanzienlijk minder onder deze nieuwe omstandigheden en door alle deskundigen wordt dan ook geadviseerd om haar behandeling en begeleiding voort te zetten in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke strafdeel. Een hernieuwde detentie, nu ruim anderhalf jaar later, zal volgens deze deskundigen, een destructieve werking op haar leven hebben. De Advocaat-Generaal eist om die reden 2 jaar gevangenisstraf met aftrek van de tijd die ze al heeft vastgezeten en 2 jaar voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van 5 jaar. Die straf doet volgens het OM recht aan de ernst van het feit en haar inmiddels veranderde positieve persoonlijke omstandigheden en ik kan het daar alleen maar mee eens zijn. Doodmoe van de spanning maar met opgeheven hoofd verlaat mijn cliënte de zittingszaal. Is er nu na bijna drie jaar echt een einde gekomen aan al die nachtmerries en haar onzekerheid over haar toekomst?
Gisteren was de uitspraak van het hof. Enigszins gespannen maar toch met vertrouwen in een goede en definitieve afloop voor cliënte opende ik de mail met het aangehecht arrest…Het hof legt, in tegenstelling tot de eis en in weerwil van de mening van alle deskundigen 4 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf op…
Ik ben er uren stil van geweest. Mijn cliënte, die na haar wanhoopsdaad in 2016 maanden heeft vastgezeten en er vervolgens alles aan heeft gedaan om hier een leven op te bouwen, moet nu nog 3 jaar terug naar de gevangenis. Zij zal haar huis en baan verliezen. De verblijfsvergunning waarschijnlijk ook en haar kinderen zeker. Zij kwam met lege handen en een rugzak vol trauma’s uit Oeganda op zoek naar een beter leven en staat er nu weer alleen voor. Weer met lege handen en met een nog zwaardere rugzak.
Is dit wat onze rechtspraak te bieden heeft aan die kwetsbare vrouwen die alleen op de wereld staan en schreeuwen om hulp? Ik kan en wil het niet uitleggen aan mijn cliënte. Ik wil haar letterlijk omarmen en zeggen dat alles goedkomt maar ik kan het niet. Ik wil haar zeggen dat er vast een vergissing is gemaakt, maar dat is niet zo. Op dit soort dagen twijfel ik aan mijn vak, want wat doet het er nog toe als er rechters zijn die zelfs een vrouw als mijn cliënte geen tweede kans in het leven gunnen? Wat doet er dan wel toe?
Net kwam mijn cliënte op kantoor. Tranen rolden over haar wangen, de wanhoop stond in haar ogen. Ik heb haar toch omarmd en gezegd dat alles goedkomt. Want als die hoop er voor haar niet meer is, wat doet het er dan allemaal nog toe.
Veerle Hammerstein – 3 april 2019
Terug naar overzicht